Het is belangrijk om een passend dagritme-systeem te kiezen, zodat het gewenste resultaat het grootste zal zijn. Wanneer een dagritme-systeem niet passend is: niet aansluit bij het niveau, te veel of juist te weinig informatie bevat, zal het systeem niet werken en in de kast komen te liggen en de problemen zullen blijven en zal iedereen teleurgesteld zijn in het systeem.
De keuze voor een dagritmesysteem kan verschillende doelen voor ogen hebben:
- Verduidelijking
- Structuur
- Rust
- Inzicht in wat gaat komen/wat verwachtingen zijn
- Gebruiker meer uit eigen wereld halen/ eigengereidheid verminderen
- Communicatie en gedrag verbeteren
- Begrip en grip op de wereld verbeteren
- Veranderingen kunnen doorvoeren
- Eenheid van benadering binnen gezin krijgen
- Geheugen ondersteunen
- Planning ondersteunen
- Ruimte voor ontwikkeling geven, omdat gebruiker energie niet hoeft te steken in dagelijkse houvast zoeken
- Verbale instructies verminderen
- Discussie-momenten verminderen
- Zelfstandigheid vergroten
Waar moet je rekening mee houden:
Vorm van het systeem
Kies je voor een systeem aan de muur of iets wat je mee kan nemen?
- Wandsysteem:
- klittenband of magneetband (welk bord kies je?)
- systeem op elke verdieping?
- afsluitbaar (trekt de gebruiker ongewild pictogrammen eraf? Moet er een doorzichtig deurtje voor?))
- Meeneembaar-systeem:
- dagritme-map (per dag(deel)
- agenda-systeem (voor een overzicht over meerdere dagen)
Voordelen van een wandsysteem (bord):
- Is altijd in zicht/prominent aanwezig
- Grotere plaatjes mogelijk
Voordelen van een map:
- Meeneembaar naar andere plaatsen
- Altijd alles bij de hand
Waar ophangen
- Denk na over de plek van het bord. Waar kun je er goed bij, maar hangt het niet in de weg. Kan de gebruiker het ook goed zien van een afstandje, staat er niks voor?
- Als er twee verdiepingen zijn, kan er gekozen worden voor een bord beneden en 1 boven. Dan kan er op de borden verwezen worden om naar de andere etage te gaan. Dit kan handig zijn, zodat er niet op en neer gelopen moet worden om te kijken wat de volgende activiteit boven is.
- Bij een map, denk na over waar de basisplek is zodat de map daar altijd wordt teruggelegd.
Hoe ophangen
- Van links naar rechts of van boven naar beneden?
- Dag/dagdeel/paar activiteiten?
- Plek in de ruimte: bereikbaarheid, zichtbaarheid.
Van boven naar beneden is eenvoudiger te begrijpen dan van links naar rechts. De keuze van links naar rechts wordt vaker gekozen bij een hoger ontwikkelingsniveau. Het is meer passend bij mensen die ook kunnen lezen/leren lezen, want dat is ook van links naar rechts.
Kijk bij het aantal afbeeldingen die er per keer wordt opgehangen goed naar de capaciteiten van de gebruiker. Het kan zijn dat dit ook nog toeneemt in de loop van de tijd.
Wilt u het gebruik van de dagplanning laten slagen, maak het dan niet gelijk ingewikkeld, maar zorg wel voor voldoende informatie. Er kan gekozen worden om alleen de volgende activiteit te tonen, een dagdeel zoals de ochtend/middag/avond te tonen, een hele dag te tonen, soms zelfs een hele week (maar let op dat dit snel onoverzichtelijk kan worden)
Symboolkeuze
Kijk naar communicatieniveau, abstractheid, kleur, aantrekkelijkheid, grootte, bibliotheekgrootte, detailwaarneming.
- Kies uit foto’s, zwart/wit picto, kleurenpicto, tekeningen, tekst?
- Welke grootte worden de symbolen?
Zorg voor een uniformiteit in het gebruik, dus 1, hooguit 2 symbolensystemen. De afbeeldingsoort moet passen bij de gebruiker en zijn/haar communicatieniveau. Wanneer u deze niet zeker weet, kunt u dit navragen bij b.v. een logopedist of orthopedagoog. Het is ook mogelijk om iemand hierop te laten onderzoeken. (b.v met de ComVoor; als u dit onderzoek door Commis wil laten afnemen, neem dan contact met ons op). Wij maken gebruik van de gekleurde PCS symbolen en/of foto’s.
Voor de grootte moet u rekening houden met de visus van de gebruiker. Maar het is ook van belang om rekening te houden met de lengte van het bord/map, zodat u het aantal activiteiten kunt ophangen zoals gepland.
Om de grootte van de symbolen te bepalen. Deel het aantal cm van het bord door het aantal pictogrammen dat u maximaal wil ophangen per dag(deel). Het getal wat overblijft, is het aantal cm dat het symbool/pictogram maximaal kan zijn. Bedenk dan of dit passend is qua visus. Als dat niet werkt, moet het bord groter of het aantal per dagdeel minder. Over het algemeen worden afmetingen tussen de 5 en 10 cm gebruikt.
Tekst
- Tekst erboven of eronder: (denk aan zaken als: gewoonte, school, ..)
- Grootte tekst:
- Moet de gebruiker het zelf lezen?
- Is de tekst ondergeschikt voor de gebruiker?
Wat
Bedenk welke informatie gevisualiseerd moet worden voor deze gebruiker. Welke info is belangrijk, wat is het doel, wat is teveel aan info, ..
- Visualiseer je hoofdlijnen of elke stap of alleen belangrijke zaken/dingen die anders gaan dan normaal?
- Met wie. Moet je foto’s erbij hangen van mensen waarmee de activiteit plaats vindt?
- Waar? Waarheen? Moet je de ruimte/locatie erbij hangen van waar de activiteit plaatsvindt? Of waar de persoon naartoe gaat als er b.v. hangt dagje weg of met de auto/met de fiets
- Tijd/ Hoelang? Moet je erbij hangen om welke tijd het plaatsvindt? Of tot wanneer? Of hoelang het duurt?
- Welke? (winkel, speelgoed,..) (is bv alleen spelen voldoende of moet er hangen spelen met blokken?)
Gebruik
- Bedenk wie de pictogrammen ophangt.
- Bedenk of je de dag wel of niet van te voren doorspreekt.
- passief; bedenk van te voren of het systeem passief gebruikt gaat worden. Het hangt er en de gebruiker kijkt erop.
- actief; bedenk of bij het systeem de gebruiker de pictogram eraf moet halen wanneer iets klaar is.
- Actief; of moet de gebruiker de pictogram eraf halen voor de activiteit begint en deze meenemen naar de plek van de activiteit en daarna opruimen?
- Actief matchend; of zit de gebruiker nog op match-niveau en moet de pictogram meegenomen worden naar de plek van de activiteit om daar gematcht te worden op eenzelfde pictogram?
- Overgangen; of zijn de overgangen naar het systeem toe lastig en moet er gebruik gemaakt worden van een overgangskaartje?
Extra
Is extra informatie nodig?
- Dagen
- Tijden/klokken
- Datum
- Seizoen
- jaar
- Foto van de gebruiker (wanneer er meerdere mensen in dezelfde ruimte een systeem gebruiken)
- Wie werkt er deze dag/ wie is er thuis deze dag
- Zijn belijningen nodig in de vorm van bijvoorbeeld rood magneetband?
Welke afbeeldingen op de kaartjes?
Als u een lijst pictogrammen wil opstellen voor uw kind/client, kunt u hier ideeën opdoen. Maak een lijst die bij de dagindeling van uw kind/client past. Denk daarbij aan doordeweekse dagen, maar ook aan het weekend en aan niet wekelijks voorkomende activiteiten. U kunt er ook altijd voor kiezen om eigen foto’s aan te leveren om in de pictogrammen te verwerken (b.v. naar opa en oma, spelen met ..)
U kunt bij dubbele informatie (wat en wie) zoals spelen met Jan, ervoor kiezen om dit op 1 pictogram te laten zetten. Ook kunt u kiezen voor 1 picto spelen en 1 picto Jan. Dit kan meer mogelijkheden/flexibiteit geven. Spelen kan dan ook met Marie en Jan kan dan ook mee wandelen.
Denk ook aan het aantal van dezelfde soort. Als er op een ochtend drie keer naar de wc wordt gegaan, zorg dan ook dat er drie keer een wc beschikbaar is.