Kies woorden van dingen die hij heel graag wil hebben. Waar hij moeite voor wil doen. Dingen die hij nu misschien duidelijk maakt door ernaar te kijken, te wijzen, te jengelen …
Let een dag of een paar dagen goed op en schrijf het op als je merkt dat hij iets graag wil of op zijn eigen manier om iets vraagt.
Kijk of je met de woorden op verschillende momenten op de dag, bij verschillende activiteiten communicatiemomentjes kunt gaan maken.
Kies woorden waarvan het ook mogelijk is om het te geven. Dus als hij mag kiezen voor pannenkoeken, moeten deze er ook echt zijn. (niet straks of vanavond)
Schrijf de woorden zo nauwkeurig mogelijk op. Dus bv merk of kleur of maak er een foto van die je meestuurt.
Het zijn woorden om nu mee te starten, later zul je merken dat je kan gaan uitbreiden. Kaartjes bij maken kan natuurlijk altijd nog.
Denk daar bij aan de volgende categorieën (de woorden zijn voorbeelden, kies zelf woorden die bij hem en bij jullie thuissituatie passen).
Eten en drinken
- Lekkers zoals bepaalde snoepjes, chips
- Fruit
- Broodbeleg
- Drinken (algemeen een beker drinken of iets specifieks)
- Koekje
Spelen
- Favoriet speelgoedje (dat je expres op de kast legt of op een plek waar hij niet bij kan)
- Knutselmateriaal
Electronica
- Televisie kijken
- Specifiek programma zoals mickey mouse, bing, bob de bouwer …
- I-pad/telefoon
- Radio/muziek luisteren (hoe?)
Buiten
- In de tuin spelen
- Fietsje
- Trampoline
Comfort
- Knuffeltje
- Knuffeldoekje
- Dekentje
- Op schoot
In de badkamer
- Speeltje in bad
- Fles
- Spetteren